Herman Kasper Gilissen nieuwe hoogleraar bij DCC

Herman Kasper Gilissen is benoemd tot hoogleraar Climate Change, Regulation and Deltas aan het Delta Climate Center in Vlissingen en Universiteit Utrecht.

Sinds zijn afstuderen in 2008 zijn grensoverschrijdend waterbeheer in de Zeeuwse delta, klimaatadaptatie, overstromingsrisico's en watertekorten thema’s geweest in zijn onderzoek. Hij is dan ook blij met zijn aanstelling bij het DCC in Vlissingen. Hij gaat onderwijs ontwikkelen en onderzoek doen om de klimaatbestendigheid in de Zeeuwse delta te vergroten. “Ik ben blij met alle energie rondom het nieuwe centrum en de aanpak die is gekozen”, zegt Herman Kasper Gilissen. “De focus ligt op oplossingen, daadwerkelijke toepassingen. Dat spreekt mij echt aan. De kracht van het DCC ligt in de samenwerking tussen wetenschappelijke disciplines, maar zeker ook in de rol die overheden en private partijen in Zeeland spelen bij het formuleren van onderzoeksvragen en het oplossen ervan. Deze manier van werken, vanuit verschillende achtergronden, samen aan één probleem, is uniek in Nederland."

Duurzamer en klimaatbestendiger 

Gilissen is al jaren verbonden aan het Utrecht University Center for Water, Oceans and Sustainability Law. Hij werkt samen met onderzoekers uit verschillende wetenschappelijke disciplines om water- en klimaatgerelateerde vraagstukken op te lossen. “De ambitie van het DCC is om de Zeeuwse Delta duurzamer en klimaatbestendiger te maken. Mijn rol is om te onderzoeken hoe het recht hieraan kan bijdragen.”

Gilissen werkt de helft van de tijd in Vlissingen en de helft van de tijd in Utrecht. Als jurist vindt hij het goed dat er in het DCC veel aandacht is voor juridisch-bestuurlijke en governance-vraagstukken. Zijn onderwijsopdracht is: ‘Welke bijdrage kan het recht leveren aan het vergroten van de klimaatbestendigheid in Zeeland? En welke lessen voor bredere toepassingen kunnen we hieruit trekken voor Nederland en andere plaatsen in de wereld? “Het gaat niet alleen om het bedenken van nieuwe technische oplossingen, maar ook om de vraag wat de juridische randvoorwaarden zijn en hoe die oplossingen het beste administratief en sociaal in de regio kunnen worden geïmplementeerd.” FOTO BAS VAN HATTUM